Home » Ik heb toch niet met ze/je geknikkerd!
Blog26 | 02 | 2018 | door: Erik van der Spek

Ik heb toch niet met ze/je geknikkerd!

Lang ging men ervan uit dat goede manieren samenhingen met zelfverloochening. De ander kwam altijd op de eerste plaats en je moest je zelf onderdanig en dienend opstellen. Hoewel onze omgangsvormen drastisch veranderd zijn, vind je nog steeds restanten van die nederigheid in onze e-mails. Nog steeds durven mijn cursisten een zin niet met Ik te beginnen en willen ze u het liefst met een hoofdletter schrijven. Ook hopen ze de lezer van dienst geweest te zijn. Hoe kan dat nou?

Briefschrijvers aan het woord

Laat ik eens beginnen met een paar citaten van mijn cursisten. Deze vallen alle in de categorie ‘Ik heb toch niet met ze (= de lezers) geknikkerd!’:

  • ‘Je kunt een e-mail nooit beginnen met Beste. Het moet altijd Geachte zijn.’
  • Ik gebruiken in een officiële e-mail kan echt niet!’
  • ‘Je moet altijd We hopen … gebruiken in je slotzin. We gaan ervan uit is veel te opdringerig.’

Lachen met zo’n trainer

Meestal doe ik een paar suggesties hoe je als schrijver je e-mail wat moderner en minder onderdanig kunt maken. Meer kunt laten aansluiten bij de tijdgeest dus. Dan verander ik bijvoorbeeld We hopen dat in Ik vertrouw erop. Of ik adviseer de ouderwetse slotzin helemaal weg te laten en te vervangen door een meer persoonlijke afsluiting. Vaak worden deze suggesties met ongeloof of gelach ontvangen. Hahaha, ik schrijf de volgende keer gewoon: ‘Doei, dat was het.’ Mag dat ook?

Het andere uiterste

In 2014 schreef Corinne Keijzer een blog op Marketingfacts onder de titel ‘Hej, ik heb toch niet met je geknikkerd’.  De ‘je’ in deze titel was Ikea. Keijzer was door hen benaderd op Twitter met de aanhef ‘Hej Corinne’. Ze vond dit veel te informeel en vele twitteraars waren het roerend met haar eens. Dus niet alleen schrijvers (mijn cursisten), maar ook  lezers houden niet van ‘knikkeren’. Zelfs de klanten van Ikea niet.

Niet knikkeren dus

Goed, we gaan dus niet knikkeren. Maar wat doen we dan wel? Hoe schrijf je een moderne, zakelijke e-mail met een ‘gepaste’ afstand tussen lezer en schrijver? Ik merk dat de meeste schrijvers geen flauw benul hebben. De laatste keer dat ze ‘iets met corresponderen’ hebben gedaan, was op school. En als die schooltijd al wat langer achter je ligt, is je kennis verouderd. Dat snap ik. Dan hoop je nog de lezer van dienst geweest te zijn. Kwestie van updaten/opleiden en het probleem is opgelost.

Bijna opgelost… want ook mijn cursisten die net van school komen, schrijven alsof ze al aan hun pensioen toe zijn. Hoe kan dat nou?

26 | 02 | 2018 | door: Erik van der Spek
Contact? Bel 035 - 623 77 85 of mail info@hvds.nl
Deze website houdt statistieken van uw bezoek bij. Wij gebruiken hiervoor Google Analytics, maar zonder persoonlijke gegevens door te geven. Geef hier uw keuze aan.