Wat heeft leren met de Staatsloterij te maken? Elk jaar weer kopen massa’s mensen belachelijke aantallen lootjes. De loterij werkt omdat deelnemers meer betalen dan er aan prijzen wordt uitgekeerd. Meedoen is rationeel gezien niet logisch. Bij onderwijs is het precies andersom. Studenten klagen, zitten te gapen of kijken op hun mobiele telefoon. Terwijl onderwijs ze veel oplevert. Meer kans op werk of een hoger salaris. Meedoen lijkt rationeel gezien logisch.
Bij de loterij staat de prijs die je wint niet van tevoren vast, maar je investering wel. Je kiest zelf of je een lot koopt voor 3 euro, voor 15 euro of voor 150 euro. Het wordt niet plotseling anders en de regels blijven hetzelfde.
In het onderwijs is het vaak onduidelijk welke investering van de student wordt gevraagd. Schrijf een tekst (investering 1). Laat je buurman feedback geven op je tekst (investering 2). Verbeter je tekst (investering 3). Lees nu je tekst voor aan de hele groep (investering 4 met een verhoogd sociaal risico). En de beloning? De docent zegt dat je een goede poging deed, maar dat je tekst nog niet het gewenste niveau heeft. Natuurlijk zal de docent zijn oordeel nog wel onderbouwen met argumenten. Daar heb je wel wat aan, maar het is geen geldprijs van 14,3 miljoen euro.
Hoe moet het wel? Je moet ten eerste weten wat studenten zien als een beloning. Voor de een is het aandacht, voor een ander kennis, voor weer een ander een hoog cijfer. Vervolgens moet je die beloningen vaak aanbieden, maar niet altijd. En voor 99 procent van de docenten en trainers geldt dat ze de doorloopsnelheid van hun beloningen ernstig moeten verhogen. Kortere feedbackcycli, meer motivatiestijlvariatie, meer soorten beloningen en meer beloningen.
Ten tweede moet je weten wat studenten zien als een investering. Bij de loterij is het simpel. De investering is geld. Maar wat is het bij onderwijs? Tijd is een grote investering. Maar niet de belangrijkste. De belangrijkste is sociaal risico. Feedback geven op de tekst van een medestudent is zo’n voorbeeld van een handeling die sociaal risico oplevert. Wat als de feedback niet deugt? Wat als de feedback de ander kwetst? Wat als…
De oplossingen zijn bizar eenvoudig. Beloning variëren en investering zo aanpassen dat de student zelf een besluit moet nemen een investering te doen. Om dat voor elkaar te krijgen volstaan kleine aanpassingen in je werkwijze als trainer. Maar je moet wel weten hoe het werkt. Johan Cruijff zegt dan: ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt.’
Freerk Teunissen (Schrijfcaroussel) houdt op het congres De Taalstrijd de workshop Schrijfblokkades de lijf.
14 | 07 | 2015 | door: Willem Hendrikx