‘”Dit is zo bijzonder”, kraaide Femke Bol na de gouden race.’ Volgens de NOS ‘zei’ ze het niet, maar ‘kraaide’ ze het. Iets ‘zeggen’ is wat haar mannelijke collega in dit artikel van 8 maart 2021 (!) doet. Zij ‘kraaide’ en haar vrouwelijke collega ‘meende’. De manier waarop over vrouwen geschreven wordt, mag vandaag wel weer even onder de loep op deze Internationale Vrouwendag.
Hoewel de Dikke Van Dale in 1999 ‘geneutraliseerd’ is, vallen de verschillen nog steeds op. Als een vrouw in een voorbeeldzin voorkomt, gaat het vaak over uiterlijke zaken: de lijvige, slobberige, slonzige, struise, aanlokkelijke, aantrekkelijke vrouw. Mannen in voorbeeldzinnen zijn vaker deugdelijk, hoffelijk, geestig, eerbaar, rechtschapen, robuust, drukbezet, geleerd en geletterd. De verklaring van Van Dale is dat zij hun voorbeelden aan de ‘taalwerkelijkheid’ ontlenen: als een voorbeeld gangbaar is, wordt het gebruikt.
Die taalwerkelijkheid, de manier waarop mensen de taal in de praktijk gebruiken, verandert gelukkig. De ‘kraaiende’ Femke was 25 jaar geleden waarschijnlijk niemand opgevallen. Zo zal op den duur ook de Van Dale veranderen. “Voorbeelden moeten waardevrij zijn.”, aldus de huidige redactie. ‘Als iemand een rare of seksistische voorbeeldzin ziet, kan hij of zij dat melden. Dan passen wij het aan, als we het ermee eens zijn.”
Allemaal goed blijven opletten dus!
Een ander verhaal is de manier waarop mannen en vrouwen zelf praten. In het blog Mannentaal en Vrouwenpraat van Annelies Buurman lees je dat uit onderzoek blijkt dat mannen en vrouwen verschillend praten, een andere spreekstijl hebben en andere woorden gebruiken. En dat het een niet ‘beter’ is dan het ander.
08 | 03 | 2021 | door: Annelies Buurman