Niet alle argumenten die je kunt bedenken zijn ook direct goede argumenten. Argumenten moeten eerst en vooral bruikbaar zijn in de setting waarin ze komen te functioneren (vergelijk een tv-debat eens met een vergadering of lezing bijvoorbeeld), maar daarnaast moeten ze vooral ook kunnen rekenen op instemming van je publiek. Belangrijker dan de vraag of jij iets een goed argument vindt, is de vraag wat je publiek een goed argument vindt. Ideaal zijn die argumenten die beide partijen delen. Op zoek naar argumenten die werken.
Gemeenschappelijkheid
Op zoek gaan naar argumenten die werken, betekent op zoek gaan naar gemeenschappelijkheid. Dus niet alleen kijken waarom een voorstel of plan voor jou voordelen oplevert, maar vooral ook kijken wat je publiek ermee opschiet. Waar zit het gemeenschappelijke voordeel of de win-winsituatie? Een handige methode voor deze zoektocht is te zoeken in lagen: de laag van je voorstel, de laag van je bedrijf of organisatie en de laag die verbonden is met algemene principes en criteria die een rol spelen bij het nemen van beslissingen.
Je voorstel
Stel: je wilt een voorstel doen om een project binnen jouw organisatie op een totaal nieuwe manier aan te gaan pakken. Dan is het raadzaam om eerst het antwoord te achterhalen op de vraag: wat zijn eigenlijk de exacte doelstellingen en uitgangspunten van dit project? Die kunnen naar alle waarschijnlijkheid immers op brede instemming rekenen binnen de organisatie. Door nu argumenten te verzamelen die aansluiten bij (of in het verlengde liggen van) de doelstellingen en de uitgangspunten van het project, heb je een belangrijke argumentatieve troef in handen om de door jou gewenste aanpak erdoorheen te krijgen.
Je organisatie
Als deze eerste inventarisatie niet voldoende argumenten oplevert, kun je te rade gaan bij de algemene bedrijfsdoelstellingen of de bedrijfscultuur. Veel organisaties hebben uitgesproken targets: zowel op het gebied van marktaandeel als op vlakken als klantgerichtheid of kwaliteit. Sluit daar in je argumentatie bij aan en laat zien dat jouw voorstel direct aansluit bij deze bedrijfsdoelen. Klopt jouw organisatie zich graag op de borst vanwege het innovatieve karakter van het bedrijf? Laat dan zien dat jouw voorstel hét voorbeeld is van zo’n innovatieve aanpak.
Algemene besluitvormingsprincipes
Tot slot spelen overal ook altijd algemene criteria, principes en doelen een rol bij het nemen van besluiten. Ook hieraan kun je argumenten ontlenen. Om deze algemene besluitvormingsfactoren op te sporen, stel je jezelf de volgende vragen:
- Bereik ik met mijn voorstel het doel dat ik mezelf gesteld heb?
- Is het doel algemeen aanvaard (binnen de organisatie)?
- Is het doel wenselijk?
- Zijn er ook andere manieren om dit doel te bereiken?
- Is dit voorstel de beste manier om dit doel te bereiken?
- Is het voorstel gemakkelijk uitvoerbaar?
- Wegen de kosten op tegen het te verwachten nut?
Zeven vragen met evenzoveel mogelijke argumenten als antwoord!
Cirkels
De kunst is dus je argumenten te zoeken in cirkels, die zich geleidelijk steeds verder van je voorstel verwijderen. De eerste cirkel zoekt naar gemeenschappelijke uitgangspunten bij je voorstel, de tweede naar gemeenschappelijkheid binnen je organisatie en de derde naar gemeenschappelijkheid bij besluitvorming.
Zelf leren?
Wil je zelf op zoek naar de beste argumenten voor jouw plannen? En wil je weten hoe je die het beste kunt presenteren, op papier of mondeling? Schrijf je dan in voor onze lenteworkshop Argumenteren in een notendop op dinsdag 24 april en neem een collega mee voor de helft van de prijs!
Henri Raven