Een wereld zonder grijs: het vals dilemma als discussietruc

Mijn kinderen zijn gek op dilemma’s, zoals je die bijvoorbeeld kunt vinden op de website Dilemma op dinsdag. Idee is dat je verplicht moet kiezen tussen uitspraken als Je moet de vaat schoonlikken OF Iedere keer als je een kind ziet eten, neem je een hapje of Een volle dixie wordt omgeduwd terwijl jij erin zit OF Alle lampen in je huis zijn stroboscopen. Onmogelijke keuzes dus, die liefst een beetje ranzig geformuleerd zijn. In eerste instantie niet echt stellingen die je meteen aan serieuze debatten of slimme overtuigingstechnieken doen denken, maar bij nadere beschouwing wel degelijk een nieuwe invulling van een oude, en nog steeds zeer succesvolle discussietechniek: het vals dilemma.

Zwart-wit

Een vals dilemma is populair bij mensen met een zeer overzichtelijk wereldbeeld: iets is waar of niet waar. Iets is goed of niet goed. Iets is zwart of wit. Voor nuances is in dit beeld geen plaats. Of om George W. Bush nog maar eens te citeren: either you are not with us, or you are with the terrorists. Er zijn dus maar twee alternatieven en, net als bij de dilemma’s op dinsdag: je móet kiezen. Althans, dat is het hele idee erachter. Maar wie zegt dat ik moet kiezen?

Kleine kinderen laten eten

Als je er even wat langer naar kijkt, zie je natuurlijk meteen het idiote van een vals dilemma: alsof er geen ruimte zou zijn voor andere alternatieven, voor wat grijstinten hier en daar. Toch mag het vals dilemma zich al eeuwenlang verheugen in een grote populariteit in discussies en debatten. Ik denk dat iedere ouder zijn kind weleens aan het eten heeft proberen te krijgen met de vraag: “Eet je de boontjes of de aardappels? Wil je meteen naar bed of wil je eerst eten?” Maar niet alleen bij kinderen werkt deze techniek vaak verrassend goed. “Ben ik nou degene die zo slim is, of ben jij nou zo dom?” zou Van Gaal zeggen; de vraag werd door de journalist tot wie Van Gaal zich richtte wijselijk niet beantwoord…

Wijdverbreide toepassing

Dat het valse dilemma niet alleen bij kinderen werkt, blijkt uit talloze andere voorbeelden die we dagelijks zien: de politicus die stelt dat elke euro nu eenmaal maar één keer uitgegeven kan worden en tsja, waar zou jij dan voor kiezen? Een euro naar steun aan een verzetsbeweging in een ver onbekend land of diezelfde euro besteden aan beter onderwijs voor onze kinderen? Of meer geld naar Europa of betere zorg voor onze ouderen? En wat antwoord jij tijdens je functioneringsgesprek op de vraag: “Wil je dit project nu gaan doen of betekent dit dat we afscheid van elkaar moeten gaan nemen?”

Direct beslissen graag!

Het succes van het vals dilemma ligt in het feit dat je mensen direct in de beslisstand duwt als je ze maar twee keuzes biedt. En dat zorgt voor druk, druk om snel te beslissen. Nadenken over andere, meer genuanceerde, opties, wordt daarbij vaak gewoon vergeten. Je dwingt je tegenstander in het voorgesorteerde keuzepad en veel mensen zullen de druk voelen om direct te beslissen, wat ze dan vervolgens ook doen.

Zelf valse keuzes formuleren

Het formuleren van een vals dilemma is overigens niet heel ingewikkeld. Daarvoor bestaat namelijk een vast recept. Zorg ervoor dat optie 1 altijd je eigen standpunt is. In optie 2 schets je dan vervolgens een afgrijselijk doemscenario voor je tegenstander, dat deze te allen tijde zal willen voorkomen. Ga je hiermee aan de slag of wil je je volgende debat weer verliezen?

Deel dit :