“Zo, dat was een fijne training, ik heb er echt wat aan gehad!” Wij trainers zijn altijd blij als we zo’n enthousiaste opmerking te horen krijgen nadat we een training hebben gegeven. De vraag is dan alleen wel of er ook een effectieve transfer volgt. Hoe goed krijg je het voor elkaar om de daad bij het woord te voegen en vol goede moed op pad te gaan met de geleerde stof? Ook als het werk van alledag je soms lijkt op te slokken? Met het opvolgen van de volgende zeven tips, bewerkstellig je dat je ook echt gaat doen wat je geleerd hebt.
Tip 1: Maak leerdoelen voor jezelf
Als je na een training opmerkt dat je er echt wat aan gehad hebt, zijn er blijkbaar punten die nieuw voor je zijn en waar je mee aan het werk wilt. Formuleer expliciet voor jezelf welke punten dat zijn. Maak er leerdoelen van en giet die in een checklistformat. Spreek met jezelf af dat je die checklist elke week of elke maand naast je werk legt en vink aan wat al goed gaat en wat nog beter kan.
Tip 2: Houd een logboek bij
Het kan fijn werken als je je leercurve visueel maakt. Op dag één na de training kan aangereikte kennis soms nog moeilijk toepasbaar lijken. Maar als je er een aantal dagen mee bezig bent, gaat het vaak al beter. Sta erbij stil dat je die groei doormaakt en noteer zo nu en dan eens waar je mee bezig bent en waar je nog tegenaan loopt. Als je na een maand je zelfgeschreven logboek terugleest, zul je zien welke stappen je gemaakt hebt. Dat werkt motiverend!
Tip 3: Vraag een collega je te helpen
Een training volg je vaak niet alleen. Meestal zitten er collega’s om je heen die ook met de geleerde stof aan het werk willen. Vraag een collega je te helpen en vertel op welk gebied je jezelf nog kunt verbeteren. Samen kunnen jullie vervolgens in de gaten houden of je je leerpunten voor ogen houdt. Jij kunt op jouw beurt je collega ook ondersteunen en op weg helpen. (Sommige organisaties hebben een aantal medewerkers aangesteld als taalcoach. Die zijn er om hun collega’s te helpen en te coachen.)
Tip 4: Volg een e-learning
Blended learning is vandaag de dag niet meer uit trainingsland weg te denken; een combinatie van classroom- en onlinetrainingen. Als er na je classroomtraining een e-learning beschikbaar is, volg die dan vooral. Je houdt je kennis up-to-date en krijgt vaak handige tools aangereikt om de geleerde kennis toe te passen in de praktijk.
Tip 5: Zet herinneringen in je agenda
Ben je bang dat je door alle drukte niet meer stilstaat bij de leerpunten die je voor jezelf hebt? Zorg dan dat je online agenda je daaraan herinnert met pushberichten. Kijk wel uit dat je er niet te veel instelt. Als je elke dag een pushbericht krijgt waarin staat dat je aan je leerdoelen moet werken, wordt de kans groter dat je ze negeert.
Tip 6: Vraag de trainer via de mail om hulp
Ook als de training is afgelopen, zijn veel trainers nog van harte bereid je hier en daar wat nazorg te geven. Mocht je na de training een vraag te binnen schieten die je tijdens de training niet gesteld hebt, dan kun je die vaak gerust per mail nog aan je trainer sturen. Dat helpt je om ook na de training nog bezig te zijn met wat je geleerd hebt.
Tip 7: Leg de lat niet te hoog
Als je na een training denkt dat je binnen twee weken alle geleerde stof kunt toepassen en je werk in alle opzichten hebt verbeterd, dan heb je het mis. Het blijft een leerproces waar je niet meteen alles moet willen kunnen. Als je de lat te hoog legt voor jezelf, kan dat erg ontmoedigend werken. Vaak mondt dat erin uit dat je het hele leerproces maar overboord gooit en op de oude voet doorgaat, “het lukt toch allemaal niet”.
Houd bovenal voor ogen dat je leerpunten behapbaar blijven. Het moet een uitdagend heuvellandschap zijn waar je je een weg doorheen baant, geen onmogelijk te beklimmen berg.