De drogredenen van Donald Trump

Een straatgevecht: dat is nog een eufemisme om de debatten tussen Trump en zijn tegenstanders te omschrijven. Trump laat alle lessen uit de retorica voor wat ze zijn, behalve één: zorg dat je de aandacht trekt. Zijn uitspraken zijn oneliners, uitstekend citeerbaar en kort genoeg voor X: “Als Jezus de stemmen zou tellen in Californië, zou ik winnen.” En dat werkt. Al jaren. In dit blog duiken we samen in de gereedschapskist van Donald Trump.

En die gereedschapskist is tot de rand toe gevuld met overdrijvingen, halve waarheden, verdachtmakingen en drogredenen. Hij is zelfs in staat om in één alinea twee tegengestelde punten te verdedigen. Zo ging hij in 2016 tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Columbus, Ohio in op waterboarding: “Of ik voor waterboarding ben? Reken maar van yes! Meteen. Ik ben méér dan voor. Het werkt.” Hij voegde eraan toe: “En als het niet werkt, dan toch toepassen, want ze verdienen het voor wat zij ons aandoen.”

De man, niet de bal

Trumps favoriete drogreden is het argumentum ad hominem, beter bekend als ‘op de man spelen’. Trump scheldt zijn tegenstanders graag uit. En over Joe Biden zei hij: “Gekke Joe weet niet eens waar hij is.” Ook Bidens opvolger Kamala Harris moet eraan geloven. “Ze is ‘zwart geworden’ om electorale redenen.”, beweert Trump. Hij trekt haar afkomst in twijfel om het niet over de inhoud te hoeven hebben. De New York Times deed een poging alle beledigingen van Trump op een rijtje te zetten.

Tegenstander Kamala Harris en haar running mate Tim Waltz kunnen er zelf trouwens ook wat van. Waltz bestempelt Trump en zijn aanhangers niet langer als een bedreiging voor de democratie, maar noemt hen ‘weird’ (raar). Dit frame blijkt effectief; het resoneert bij gewone kiezers en lijkt onschuldiger dan veel andere scheldwoorden die tijdens de campagnes klinken. Opmerkelijk genoeg gaat Trump mee met dit frame: herhaaldelijk ontkent hij dat hij ‘weird’ is. Hierdoor blijft het beeld juist sterker hangen bij de kiezers en versterkt hij het beeld dat hij raar is.

>> In dit blog lees je meer over framing. 

 

Ontduiken van bewijslast

Iets waar wereldwijd ongeveer alle wetenschappers het over eens zijn: het klimaat warmt op. Of dat genoeg reden is om dit voor waar aan te nemen? Natuurlijk niet. Tijdens zijn presidentschap twitterde Trump: “Het concept van opwarming van de aarde is door en voor de Chinezen bedacht om de Amerikaanse productie niet-competitief te maken”. Bewijs voor deze claim had hij niet. 

Toen hij later op zijn eigen woorden gewezen werd, beweerde Trump dat deze uitspraak grappig bedoeld was. “Ik ontken klimaatverandering niet”, zei hij. Wel gaf hij aan te twijfelen aan de rol van de mens hierin, en beweerde hij hoopvol dat klimaatverandering omgekeerd kan worden. Ook deze uitspraken hadden geen onderbouwing nodig. Veel mensen kunnen zich vinden in zijn standpunt dat de economie niet mag lijden onder klimaatmaatregelen. Trump belooft dan ook de Green Deal in te trekken en Bidens’ restricties voor het boren naar olie en gas op te heffen. 

Onjuiste analogie

Een andere drogreden die bij de republikeinen favoriet is, is de onjuiste analogie. Deze drogreden laat zich het beste uitleggen door een voorbeeld. Vicepresidentskandidaat Vance liet zich kortgeleden uit over tegenstander Kamala Harris. Hij beargumenteerde dat zij geen kinderen heeft, en daarom geen goede president kan zijn. Wat die twee dingen met elkaar te maken hebben? Zonder kinderen zou je de wereld niet goed genoeg begrijpen om zo’n rol te vervullen…

De onjuiste analogie is geen nieuwe argumentatietechniek voor de republikeinen. In Trumps campagne in 2016 zei hij iets vergelijkbaars over zijn tegenstander: “Als Hillary haar eigen echtgenoot niet tevreden kan stellen, hoe kan ze dan Amerika tevreden stellen?” (“If Hillary can’t satisfy her husband, what makes her think she can satisfy America?”). Hier combineert Trump een persoonlijke aanval (eigenlijk eerder op Bill dan op Hillary) met een merkwaardige analogie tussen het regeren van een land en een succesvol huwelijk. Het woord satisfy wordt hier, ten overvloede, in twee betekenissen gebruikt (een voorbeeld van een ambiguïteitsdrogreden). 

Een discussietruc die hierop lijkt is het vals dilemma. In dit blog lees je wat het vals dilemma is. 

Bespelen van publiek

De manier waarop Trump zijn aanhangers aanspreekt, kunnen we zien als een vorm van de “argumentum ad populum“, oftewel het publiek bespelen. Hij beroept zich meer op emoties van zijn aanhangers, gemeenschappelijke overtuigingen en een gedeelde identiteit, dan op inhoudelijke argumenten. Met termen als “patriots,” “great Americans,” en “the forgotten men and women” verbindt hij republikeinse kiezers en positioneert hij zichzelf handig als de stem van zijn aanhangers, als iemand die vecht tegen de “corrupte” regeerders die hen verwaarlozen. 

Hyperbool

Als het argumentum ad hominem Trumps favoriete drogreden is, is de hyperbool zijn favoriete stijlmiddel. Zoals gebruikelijk zijn democraten zijn favoriete slachtoffers. Zo noemt Trump president Joe Biden herhaaldelijk “de slechtste president in de geschiedenis van ons land”. En in 2016 verweet hij Hillary Clinton iets vergelijkbaars: “Hillary Clinton was de slechtste minister van Buitenlandse Zaken in de geschiedenis van de VS. Er is nog nooit iemand geweest die zo slecht was. De wereld om ons heen is opgeblazen. We hebben alles verloren, inclusief al onze relaties. Er is niet één goed ding dat uit haar beleid is voortgekomen.”

Wil je zelf ook een keertje door Trump beledigd worden? Dat kan! Maak dan gebruik van de Donald Trump Insult Generator

Deel dit :