De krant, notulen, rapporten, e-mail, memo’s, de gebruiksaanwijzing op een pak rijst, een boek, de socials: we lezen de hele dag door. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel lezers er niet in slagen alles te lezen wat ze willen. Misschien behoor jij ook wel tot die mensen die regelmatig verzuchten: ‘Kon ik maar wat sneller lezen!’ Maar misschien zou je moeten denken: kon ik maar wat beter schiften! In dit blog 5 praktische tips van onze trainer Annelies Buurman.
Tip 1: Meet eerst je leessnelheid op
Voordat je je gaat bezighouden met sneller lezen, is het goed om op te meten of je nu echt zo langzaam leest als je zelf denkt. De methode daarvoor is heel simpel. Alles wat je nodig hebt, is een tekst waarvan je het aantal woorden hebt geteld en een stopwatch. Je leest de tekst in je normale tempo door. Je timet hoelang je gelezen hebt en berekent vervolgens het aantal woorden per minuut. Ligt je score rond de 240 woorden per minuut (wpm)? Dan ben je een gemiddelde lezer.
Tip 2: Realiseer je hoe schrijvers schrijven
Tijdens mijn trainingen vinden schrijvers het altijd een eye opener dat je moet nadenken over de kennisbehoefte van je lezer. Met andere woorden: veel schrijvers schrijven op wat ze willen vertellen en niet per se wat jij wilt/moet weten. De kans is dus groot dat er in de tekst die je gaat lezen overbodige informatie staat. Die informatie overslaan, kan veel tijd schelen.
Tip 3: Scan de tekst, voordat je ‘echt’ gaat lezen
Duik niet meteen in de tekst en begin niet direct vanaf de eerste zin alles intensief te lezen. Scan eerst de tekst eerst globaal. Kijk eens naar de inhoudsopgave of scan koppen en eerste zinnen van alinea’s. Lees misschien een korte inleiding of een managementsamenvatting. Zo weet je waar de tekst over gaat en waar je welke informatie vindt. Bedenk pas dan wat jíj nodig hebt. Soms heb je na het scannen al alle informatie die je zocht.
Tip 4: Stel bij elke tekst duidelijke leesdoelen op
Het ‘goed’ lezen van een tekst betekent dus bijna nooit dat je alles moet lezen (en ook onthouden). Bedenk altijd naar welke informatie je op zoek bent. Heb je alleen de hoofdlijnen nodig of moet je elk detail weten? Moet je de informatie lang onthouden? Je maakt het jezelf gemakkelijk door concrete leesvragen te formuleren waarop je vervolgens in de tekst de antwoorden zoekt.
Tip 5: Herken je leesvertragers en leer ze af
De meeste lezers hebben last van een (of meer) van de volgende leesvertragers: woord-voor-woord lezen, ‘oplezen’ in je hoofd en steeds terugkijken in de tekst. Hieronder een paar adviezen:
- Ga met sprongen over de regels heen
Je ogen kunnen alleen scherpstellen als ze stilstaan. Ze ‘glijden’ dus niet over de zinnen heen, maar staan steeds stil op één woord. Maar je gezichtsveld is natuurlijk veel breder. Probeer daarom bij elke ‘stop’ twee woorden te zien. Dan lees je twee keer zo snel.
- Lees jezelf niet voor in je hoofd
Veel mensen lezen zichzelf stilletjes voor. Je leestempo wordt daarmee net zo laag als je spreektempo (130 wpm). Probeer je daarom te concentreren op het woordbeeld in plaats van op de klank. Het is even oefenen, maar als het lukt, lees je vele malen sneller.
- Lees voorwaarts
Sommige mensen lezen onbewust stukjes terug. Het gaat hier niet om het bewust terugkijken, bijvoorbeeld om te controleren of je iets goed begrepen hebt. Probeer dit te onderdrukken en kijk niet terug in de tekst.
Hulp nodig?
Wil je een cursus of individuele coaching volgen om sneller te leren lezen? Bekijk dan onze training Doelgericht en sneller lezen.