Het SMART-principe is het eenvoudig en eenduidig opstellen en controleren van doelstellingen. De letters van SMART staan voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.
SMART kan op allerlei vakgebieden toegepast worden (bijvoorbeeld zorg, IT en overheid) en wordt vooral gebruikt bij projectmanagement. Ook voor veel verschillende tekstsoorten is SMART geschikt.
Met deze vijf tips weet je zeker dat je deze methode correct gebruikt en maximaal benut.
Tip 1: Gebruik de W-vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom, welke, etc.) om de S (= Specifiek) in te vullen.
Tip 2: Zorg dat je doelen meetbare elementen hebben en dat je tijdstippen opneemt in je doel: de M (= Meetbaar) en de T (= Tijdgebonden) zijn de opvallendste SMART-elementen.
Tip 3: De A (= Acceptabel) en de R (= Realistisch) zijn de vaagste onderdelen van SMART. Wees kritisch op het vereiste draagvlak en het realiteitsgehalte van een doelstelling.
Tip 4: Overweeg een doel SMARTI te maken. De I staat hierbij voor ‘inspirerend’ en ‘uitdagend’.
Tip 5: Gebruik SMART niet alleen om je doelen helder te krijgen, maar gebruik het ook om de rest van je tekst (plan, rapport, advies, beleidsstuk) zo helder en duidelijk mogelijk te krijgen.
Meer informatie
Wil je meer weten over SMART? Bekijk dan onze training SMART rapporteren! Of neem direct contact met ons op voor advies op maat.