In aanloop naar onze gratis Trainingspicknick op 28 augustus bieden wij je elke week alvast een kijkje in de keuken. Zo kon je lezen over het recept voor ge(s)laagde storytelling en het basisrecept voor een pittig pleidooi. In het kijkje in de keuken dat hieronder volgt, doet Ave de toolbox van de Spelling open (voor de picknicksfeer ook wel k(/t)oelbox genoemd). Wat moet je doen als je een spellingsvraag hebt? Welke tools zijn handig om in je vaste toolbox op te nemen en waar kun je terecht als je het ook met je toolbox niet redt?
‘Waarom is het Nederlands soms zo onnodig ingewikkeld’, verzuchten mijn cursisten regelmatig als ze geconfronteerd worden met uitzonderingen en veranderingen in de spelling en grammatica van de Nederlandse taal. Ik kan ze daar geen ongelijk in geven. Iedereen die weleens Frans, Spaans of Duits heeft bestudeerd, weet dat die talen heel wat regelmatiger zijn dan de Nederlandse taal.
Gelukkig betekent dat onregelmatige van het Nederlands niet dat je het bijltje er maar bij neer hoeft te gooien. Er zijn gelukkig genoeg tools die je in de meeste gevallen kunnen helpen om toch op een juiste manier te spellen. Ik help je op weg met deze toolbox voor spelling.
Is het nou ge-updatete of geüpdatete? En hoe zit dat met de zee-egel/zeeëgel? In het Nederlands mogen we veel woorden aan elkaar plakken. Als er daardoor een klinkerbotsing ontstaat, lossen we dat op met een streepje of een trema, maar wanneer gebruiken we wat?
Als je twijfelt, haal dan de twee delen van het woord voor even uit elkaar op de plek waar de klinkers botsen. Je krijgt dan ge en updatete en zee en egel. Als de twee delen allebei ook zelfstandig kunnen voorkomen (zee en egel), dan gaat het om een samenstelling. Zijn de twee delen niet allebei los te gebruiken (ge en updatete), dan gaat het om een afleiding. Bij een klinkerbotsing in een afleiding gebruiken we een trema en bij een klinkerbotsing in een samenstelling een streepje. We schrijven dus geüpdatete en zee-egel.
‘Laat maar, dat leer ik toch nooit’, hoor ik vaak als ik opper om de werkwoordspelling nog even op te frissen. Wie daar op school moeite mee had, lijkt zich vaak te hebben voorgenomen zich er nooit meer in te verdiepen omdat dat toch niets oplevert. Jammer natuurlijk, want met een korte uitleg snap je waarom het de ene keer word is en de andere keer wordt.
Bedenk dat je helemaal nooit een d of dt moet toevoegen aan een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Ik kom zo nu en dan wel eens Hij betaaldt mij dat of Hij betaald mij dat tegen. De schrijver doet dat vaak naar analogie van Hij wordt of hij weet dat als je de kofschipregel toepast, er een d achter de l moet. Onthoud: zodra je te maken hebt met een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, voeg je hoogstens nog een t toe achter de ik-vorm. Een ik-vorm waar je zelf een d of dt moet toevoegen, komt niet voor. Jij wordt is dus alleen maar met dt omdat de d toevallig al in de ik-vorm zit.
De schrijfwijze van ervanuitgaan is ook vaak een struikelblok. Men weet wel dat er ergens een spatie moet staan, maar waar precies… De tool die ik je voor deze spellingsvraag kan aanreiken is: kijk altijd naar het hele werkwoord. Dan weet je genoeg. Alles wat los staat van het werkwoord mag je namelijk aan er vastplakken. Aangezien het hele werkwoord uitgaan van is, mag van aan er vast en uitgaan niet. Het is dus ervan uitgaan.
Ik heb je nu drie tools voor in de de toolbox van de Spelling aangereikt om je te helpen met spellingsvragen. Mocht je tegen meer spellingsvragen aanlopen, dan is een spellingsgang uit ons à-la-carteaanbod wellicht iets voor jou! Vanaf september verzorgen we namelijk trainingen à la carte. Je stelt dan zelf je training samen aan de hand van onderdelen van onze menukaart. Heb je interesse? Neem dan contact met ons op via info@hvds.nl of 035 – 623 77 85. Voor een voorproefje ben je van harte welkom op onze Trainingspicknick op woensdag 28 augustus! Schrijf je in via deze inschrijfpagina.
Ave Luth
09 | 07 | 2019 | door: Ave Luth